‘AFK subsidies – Geen willekeur’: REACTIE AFK OP NRC OPINIESTUK
In het NRC-opiniestuk ‘Cultuursubsidie werd door willekeur een zooitje’ (16 oktober) beticht Zora Duvnjak het Amsterdams Fonds voor de Kunst (AFK) van willekeur bij de toekenning van zijn vierjarige subsidiebesluiten. Onderstaande reactie van het AFK verscheen op 24 oktober ook in de Amsterdambijlage van het NRC (printeditie en digitale krant).
Het artikel maakt veel los in de cultuursector. We willen benadrukken dat het AFK staat voor een levendige, pluriforme cultuursector, waarbij we afhankelijk zijn van de financiële middelen die de overheid ter beschikking stelt voor cultuur. Deze middelen zijn schaars, wat leidt tot het pijnlijke gevolg dat er altijd instellingen buiten de boot vallen. Hoe graag we dat ook zouden willen, er is eenvoudigweg niet genoeg subsidiegeld om over alle aanvragers te verdelen.
Voor de persoonlijke teleurstelling die uit Duvnjak’s artikel spreekt, heeft het AFK begrip. Waar we op willen reageren zijn de onjuistheden en aannames over zowel de organisatie als het beoordelingsproces. De verdeling van de vierjarige subsidies wordt gedaan door zorgvuldig samengestelde, onafhankelijke commissies uit de brede cultuursector en volgt de wettelijke en gemeentelijke kaders. De beoordeling van de aanvragen gaat aan de hand van vier criteria die door de gemeenteraad en het college zijn vastgesteld. De subsidieregeling en de uitgebreide toelichting zijn bij uitstek transparant, gepubliceerd op onze website en beschrijven precies hoe en wat er beoordeeld wordt. Bovendien zijn alle adviezen van de commissies volledig terug te lezen op de website van het AFK, inclusief de waarderingen per criterium die tot een rangorde van de aanvragen leiden. Dit alles doen we juist om willekeur te vermijden. Dat deze rangorde inclusief punten per aanvraag niet expliciet vermeld staat is een bewuste keuze van het AFK en op verzoek van instellingen. De beoordeling is geen ‘beauty contest’ en iedere kunstinstelling kan op deze manier ook andere geldstromen aanboren zonder dat zijn plaats in de rangorde daar mogelijk invloed op heeft.
Het grote aantal honorabele aanvragen in de theaterdiscipline leidde tot een benadeling van theaters ten opzichte van andere disciplines. Met het AFK-voorstel om 11 extra theaterorganisaties te financieren, hebben we dit, met ondersteuning van het college en de raadscommissie, recht getrokken. We weten ons daarin gesterkt door meerdere belangenpartijen, maar het meest nog door de ACI, vertegenwoordiger van de Amsterdamse culturele instellingen.
Namens alle medewerkers bij het AFK, Annabelle Birnie (directeur-bestuurder) en Laurien Saraber (adjunct-directeur)