Nederlands Blazers Ensemble
Inleiding
Het Nederlands Blazers Ensemble (hierna: NBE) is een gezelschap dat naar eigen zeggen aan elke vorm van categorisering ontsnapt. Opgericht in 1961 door musici van het Koninklijk Concertgebouworkest, heeft het ensemble zich ontwikkeld tot een groep van ruim twintig vaste topmusici. Gedreven door passie en avontuur creëert NBE theatrale muziekprogramma’s die alle genres overstijgen. Het NBE combineert eigentijdse en oude muziek van alle soorten en maten die de zinnen en verbeelding van het publiek prikkelt. Verbinding is het sleutelwoord voor NBE. Of het nu gaat om het omarmen van diverse muzikale genres, of om het samenbrengen van mensen en musici uit verschillende culturen, achtergronden en leeftijden. Het NBE streeft ernaar om de meest onvoorstelbare combinaties op het podium te realiseren. Zo creëert NBE een organisch geheel waarin alle elementen naadloos samenkomen.
In de periode 2025-2028 speelt het NBE minimaal vier grote producties en diverse terugkerende projecten in zowel Amsterdam als door het gehele land. Daarnaast zet het NBE de al bestaande activiteiten rondom talentontwikkeling en educatie voort, gericht op diverse stadsdelen in Amsterdam. De samenwerking met Podium Mozaïek wil het NBE bestendigen en uitbreiden. Naast de bestaande podia, verkent het ensemble nieuwe speelplekken en publiek door contact te leggen met Amsterdamse festivals.
Het Nederlands Blazers Ensemble ontvangt een vierjarige subsidie 2021-2024 binnen het Kunstenplan van € 273.848 per jaar (incl. indexatie 2024).
Voor de periode 2025-2028 vraagt de organisatie bij het AFK een bijdrage van gemiddeld € 300.000 per jaar in het kader van het Kunstenplan.
Artistiek belang
De commissie beoordeelt het artistiek belang als zeer goed.
De commissie vindt dat er sprake is van een overtuigende artistieke signatuur. Het NBE maakt theatrale muziekprogramma’s en combineert eigentijdse en oude muziek van allerlei genres. Daarbij zoekt het gezelschap actief naar intrigerende samenwerkingen met musici uit verschillende culturen en combineert de muziek met andere kunstdisciplines. Dit zorgt volgens de commissie voor een onderscheidende artistieke identiteit. De vertaling van de artistieke signatuur komt overtuigend naar voren in de verscheidenheid van het programma. De commissie herkent in alle activiteiten de leidraad verbinding, diversiteit en veelkleurigheid. Hierin ziet de commissie ook de musici uit verschillende culturen terug zoals Iran, Syrië, Marokko en Mongolië in combinatie met verschillende muziekgenres en vindt dit prikkelend. Verbinding ziet de commissie terug in het programma In Hogere Sferen, diversiteit in het programma Vijftig jaar Republiek Suriname en Orpheus en Euridice. De veelkleurigheid komt helder naar voren in Malouf en Consensus Vocalis en het Tarab Choir.
De commissie vindt het positief dat het NBE een waaier van activiteiten biedt: van oude meesterwerken tot aan nieuwe composities, theatrale muziek, dans en film. Dit sluit volgens de commissie goed aan bij de artistieke signatuur. De signatuur spreekt volgens de commissie in veel programma’s tot de verbeelding, zoals het jaarlijkse nieuwjaarsconcert. Dit concert heeft ieder jaar een actueel maatschappelijk thema, waar muziek uit veel windstreken wordt gespeeld om te verbinden.
Het plan reflecteert beknopt op de voorgaande periode die zich kenmerkt door flexibiliteit, veerkracht en nieuwe ideeën om de continuïteit te waarborgen en het contact met het publiek te behouden. Dit heeft tot nieuwe inzichten en initiatieven geleid zoals NBE Publishing: het ter beschikking stellen van NBE-arrangementen aan amateurmusici. De reflectie markeert volgens de commissie het begin van een transformatie. De artistiek leider wordt na bijna veertig jaar opgevolgd en verschillende NBE-musici dragen het stokje op artistiek gebied over aan de volgende generatie, alles met behoud van de kernwaarden van het gezelschap. De nieuwe artistiek leider krijgt voor 2027 en 2028 de ruimte om binnen deze programma’s zijn eigen signatuur aan te brengen. De commissie waardeert deze stappen en ziet hoe dit bijdraagt aan de artistiek-inhoudelijke ontwikkeling van het NBE, waarop nu een logisch vervolg wordt gegeven.
Het NBE wil het publiek inspireren door verbinding te creëren en de verbeelding te prikkelen. Dit doet het ensemble door de programmering op het publiek af te stemmen. Het NBE biedt voorafgaand aan optredens gratis toegankelijke inleidingen. Na afloop is er een ‘afterconcert’ in de foyer door leden van het NBE en hun gastmusici. De commissie vindt dat dit informele moment uitnodigt tot een praatje met de musici en tegelijkertijd een band creëert tussen publiek en musici. De intieme manier van presentatie en de openheid is aansprekend en vergroot de persoonlijke impact op bezoekers.
Artistieke betekenis voor de stad ziet de commissie onder meer in het educatieprogramma op basisscholen en middelbare scholen in Amsterdam, en in de gelaagde wijze waarop het NBE talent begeleidt in muziek die verbonden is met vele culturen in de stad. De organisatie heeft vijf jonge talentenensembles in verschillende leeftijdsgroepen en biedt daarnaast intensieve coaching gericht op een professionele muziekcarrière. Het jongNBE fungeert als springplank voor toekomstige NBE-musici. Het NBE ziet zich als culturele ambassadeur en wil zijn speelplekken verbreden om nog meer mensen kennis laten maken met muziek. Vijftig jaar Republiek Suriname, geïnspireerd op de expositie in het Stedelijk Museum en het Cobra Museum in samenwerking met Podium Mozaïek maakt de commissie ook in dat licht nieuwsgierig.
Belang voor de stad
De commissie beoordeelt het belang voor de stad als voldoende.
Uit het plan spreekt geen duidelijke en overtuigende visie op het bereik in de stad. Het NBE richt zich op het uitbreiden van speelplekken om daarmee de publieksgroep te verbreden en verjongen. De commissie ziet in de algemene omschrijving slechts een aanzet tot een visie. In het plan worden de doelgroepen niet helder geformuleerd. Wel koppelt het plan in globale termen doelgroepen aan de verschillende activiteiten. Zo zet het NBE met het nieuwjaarsconcert in op nieuwe bezoekers. Jongeren zijn een doelgroep voor onder andere het programma Unlocked. Een cultureel divers publiek wil het NBE bereiken met programma’s zoals de Dag van de Vrede en Vijftig jaar publiek Suriname, en via de samenwerkingen met UD Festival en Kwaku. De commissie is van mening dat de aard van de activiteiten kansen biedt om deze generieke publieksgroepen te interesseren, maar dat dit beter afgebakend kan worden. De publieksanalyses en onderzoeken die het gezelschap voornemens is uit te voeren, kunnen volgens de commissie bijdragen aan inzicht in de beoogde publieksgroepen.
De inhoudelijke aanpak voor het betrekken van jonge doelgroepen vindt de commissie aansprekend maatwerk. Onder begeleiding van NBE-leden zijn er gastlessen en creëren leerlingen hun eigen muzikale programma dat ze als voorprogramma uitvoeren van een NBE-concert. Het valt de commissie op dat de aanpak voor publieksbereik in het plan in de eerste plaats vanuit de inhoud van het programma wordt aangejaagd. Er is minder aandacht voor marketingmiddelen. Het plan toont schematisch hoe het ensemble gebruik maakt van de verschillende platforms zoals YouTube, Instagram en Facebook. Het plan benoemt ook dat NBE daadwerkelijk de stad, de regio of de wijk ingaat om nieuw, publiek en publiek met een divers achtergrond te bereiken. Organisaties die het NBE hierbij in Amsterdam betrekt zijn onder andere buurthuis Boost Amsterdam en Stichting Havendiner.
Het plan draagt enigszins bij aan spreiding van activiteiten in Nieuw-West en Zuidoost. Het merendeel van de activiteiten en publieksbereik vindt plaats in West, Zuid en Centrum. Samen met Podium Mozaïek trekt het NBE komende periode een gedeelte van Nieuw-West in met wandelconcerten. Daarnaast verzorgt het NBE workshops op het Mundus College. Voor de activiteiten in Zuidoost werkt het NBE samen met onder andere het Leerorkest. De commissie is enthousiast over de activiteiten op de Open Schoolgemeenschap Bijlmer omdat deze nu een geïntegreerd onderdeel worden van het curriculum van de school en aansluiten op de leerdoelen van muzikale vorming. De bedoeling is dat andere scholen volgen. Hoewel NBE zelf weinig ervaring heeft in de stadsdelen verwacht de commissie dat er voor zowel de programma’s in Nieuw-West als de programma’s in Zuidoost draagvlak zal zijn, door de gemotiveerde en concrete samenwerkingen met Podium Mozaïek, het Leerorkest en Open Schoolgemeenschap Bijlmer, die de betreffende stadsdelen goed kennen.
Diversiteit & Inclusie
De commissie beoordeelt de bijdrage aan diversiteit en inclusie als voldoende.
Uit het plan spreekt een visie op diversiteit en inclusie die verweven is met de kerneigenschappen van het NBE. Het gezelschap is in eigen woorden ‘altijd op zoek naar intrigerende samenwerkingen met musici uit andere culturen en andere disciplines’. De commissie vindt deze visie inherent aan de artistieke signatuur van het NBE maar daardoor ook enigszins beperkt, omdat het in de eerste plaats gericht is op de programmering. Het plan stipt de vier P’s aan, werkt dit beknopt uit en gaat globaal in op de keuzes en doelen als het gaat om aanbod en bereik van mensen. Het NBE streeft ernaar repertoire voor iedereen toegankelijk te maken en wil er zijn voor een breed publiek. Tegelijkertijd wil het ensemble ook ‘moeilijk repertoire’ op een open en toegankelijke manier bij het publiek brengen. De commissie vindt dit een mooi streven, maar erg breed en niet concreet geformuleerd. Daarnaast wil het NBE benaderbaar zijn voor onder andere opleidingsinstituten, nieuwsgierige buurtbewoners en getalenteerde muzikanten uit diverse culturele genres. Het NBE zet zich in voor het maken van muziek met en voor minder kansrijke groepen. De commissie vindt het positief dat het NBE door diversiteit in de programmering verschillende doelgroepen wil bereiken, maar merkt ook op dat het gewenste publiek niet vanzelf op de inhoud afkomt; er is ook inzicht in en een gerichte benadering van dat publiek nodig. Binnen de eigen organisatie streeft het NBE ernaar om bij nieuwe vacatures het profiel zo op te stellen dat een zo breed en divers mogelijke groep kandidaten zich hierin kan herkennen. De commissie vindt dit een algemene formulering die voor haar niet duidelijk maakt wat het NBE concreet wil bereiken. Ook blijkt niet uit het plan hoe een brede, diverse groep kandidaten in een wervingsronde daadwerkelijk een divers team wordt.
De commissie zet kritische kanttekeningen bij de reflectie in het plan. Het plan gaat nauwelijks in op de stappen die zijn gezet en de tot nu toe behaalde resultaten rondom diversiteit en inclusie. Het benoemt kort dat na een succesvolle pilot om bewoners van verschillende azc’s uit te nodigen bij de Dag van de Vrede, het NBE dit nu structureel doet. Dit heeft ertoe geleid dat niet-westerse instrumenten inmiddels standaard deel uitmaken van de NBE-bezetting. Welke nieuwe doelstellingen het NBE stelt op basis van de ervaringen, leest de commissie niet terug.
De commissie leest een aanpak als het gaat om aanbod en in mindere mate bereik van mensen. In de programmering komt de diversiteit aan culturen als inspiratiebron naar voren in programma’s zoals Vijftig jaar Republiek Suriname, waar artiesten en gospelkoor uit de Bijlmer, Surinaamse zangers, dansers en instrumentalisten onderdeel zijn. In Orpheus en Euridice werkt het NBE samen met dansers en artiesten ‘van de straat’. Echter wie het NBE hiermee beoogt als publiek wordt niet concreet. Het NBE legt bij zijn programma’s contact met onder andere het UD Festival, Amsterdam Light Festival en Kwaku om publiek, dat normaliter niet naar programma’s komt, te benaderen. Daarnaast speelt het ensemble op locaties met weinig livemuziek, zoals met het project Welkom in Nederland.
Binnen de eigen organisatie van het NBE zijn er volgens de commissie nog stappen te zetten. Als aanpak benoemt het NBE dat het bij het invullen van de recentste vacatures bewuster omgaat met diversiteit en de vacatures breder uitzet dan alleen maar via de ‘standaard’-kanalen. Daarnaast maakt het gebruik van de expertise van partners die hiermee meer ervaring hebben, zoals Podium Mozaïek. Dit ziet de commissie als een aanzet, maar ze vindt dit niet concreet en overtuigend om tot een diverser team te komen.
Uitvoerbaarheid
De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als goed.
Uit het plan spreekt een overtuigende visie op bedrijfsvoering. Het NBE is zich bewust van de kwaliteiten die zich onder de musici en het kantoorpersoneel bevinden. Het NBE wil daarom de komende jaren actief de expertise van zijn leden benutten op ook andere gebieden dan hun instrument. Dit doet het ensemble door de musici te betrekken bij de programmering, NBE Publishing, marketing, de coaching van het jongNBE en de invulling van educatieve projecten. Daarnaast krijgen de jongNBE’ers naast het ontwikkelen van hun spel ook de kans om zich te verdiepen in de zakelijke, productionele, educatieve of marketingkant van de organisatie. De spelers van het NBE worden ook ondersteund in de aanschaf van bij-instrumenten. Dit alles getuigt volgens de commissie van het streven naar goed werkgeverschap.
Het plan gaat helder in op de manier waarop de codes worden toegepast. Het bestuur en de raad van toezicht volgen de Governance Code Cultuur en komen gemiddeld vier keer per jaar samen om het beleid te bespreken en hun controlerende taak uit te voeren. De raad van toezicht draagt in het opvolgingsproces van de artistiek leider zorg voor een helder en transparant proces en bewaakt de continuïteit van het NBE. De commissie vindt dit een waardevolle bijdrage en waardeert de actieve houding van de raad van toezicht. Als het gaat om fair pay is het NBE aangesloten bij de cao Muziekensembles. Daarnaast houdt het gezelschap de ontwikkelingen omtrent de wet DBA nauw in de gaten. De commissie ziet dat het ensemble als werkgever rekening houdt met de maatschappelijke context.
Sinds 2021 is er een onafhankelijke vertrouwenspersoon. Iedereen binnen de organisatie, inclusief jongNBE, musici en deelnemers van de compositiewedstrijd, zijn hiervan op de hoogte en ontvangen jaarlijks het protocol en de gedragscode. Ook worden bij alle projecten de contactgegevens van de vertrouwenspersoon gedeeld via het draaiboek zodat ook gastspelers op de hoogte zijn. Het plan reflecteert op de bedrijfsvoering in 2021-2023, maar de commissie vindt dit beknopt. Het NBE gaat in op de opzet van de organisatie in afgelopen periode en stipt aan dat deze periode de organisatie als werkgever veel gebracht heeft. De afgelopen jaren zijn er stappen gezet om het werkgeverschap en opdrachtgeverschap te verbeteren. Zo werden de zzp'ers tijdens de coronacrisis doorbetaald. De organisatie gaat nu weer een nieuwe fase in. De periode rond het indienen van het plan 20252028 stond in het teken van de zoektocht naar een nieuwe artistiek leider, en de huidige generatie musici van het NBE maakt ruimte voor de nieuwe generatie. In de komende periode kiest het NBE er bewust voor om een stap terug te doen in de hoeveelheid voorstellingen om daarmee de gestegen kosten rondom de Fair Practice Code en de cao te compenseren en de continuïteit van het ensemble te borgen Het NBE noemt in financieel opzicht hoe het met risico’s om wil gaan, maar wat de risico’s zijn in organisatorisch opzicht komt niet sterk in het plan naar voren. Aandacht daarvoor had de commissie op zijn plek gevonden, gezien de wisseling in artistieke leiding en musici die al zeer lang de artistieke kern van het ensemble vormen.
De commissie vindt het plan uitvoerbaar en realistisch in financiële en organisatorische zin. Het NBE kiest ervoor in te zetten op gelijkblijvend budget en vanwege de toenemende kosten het aantal activiteiten te verminderen. De commissie vindt dit een passende en veilige koers. Het zakelijk en producerend team is kundig en ervaren. De commissie vindt het vertrouwenwekkend dat de wisseling van de artistieke wacht weloverwogen en gefaseerd plaats vindt, en dat het proces goed wordt begeleid door de rvt. Het NBE heeft voor de periode 2025-2028 een gedetailleerde meerjarenbegroting opgesteld, gebaseerd op eerdere jaarrekeningen. De opbouw van kosten en inkomsten volgt logisch uit de lijn van eerdere jaren en de gepresenteerde plannen. De vermindering van activiteiten bij gelijkblijvende lasten is goed gemotiveerd. In het plan benoemt NBE dat het bij het AFK aangevraagde bedrag eveneens in de lijn van de huidige beleidsperiode ligt. De commissie ziet wel een toename van het gevraagde bedrag en mist, ook al is het geen grote toename, in het plan een onderbouwing daarvoor. Het komt immers niet vanzelfsprekend voort uit kostenstijgingen, aangezien de organisatie die laat neerslaan in het volume van de activiteiten.
Het NBE hanteert een passende financieringsmix, bestaande uit subsidie vanuit OCW, publieksinkomsten, sponsorinkomsten en private middelen, waardoor risico’s volgens de commissie worden gespreid. De financieringsmix is op hoofdlijnen vergelijkbaar met de lopende periode, en er zijn voldoende reserves. Zowel het eigen vermogen als de liquiditeitspositie is sterk genoeg om eventuele tegenvallers op te vangen. Dit draagt bij aan het vertrouwen van de commissie dat de financiële huishouding het vierjarige plan kan dragen.
Conclusie
De commissie is niet overtuigd van het gestegen subsidiebedrag. Een onderbouwing komt niet in het plan naar voren en de commissie adviseert op grond van bovenstaande overwegingen de aanvraag van het Nederlands Blazers Ensemble gedeeltelijk te honoreren met een bedrag van € 288.000 per jaar.
De commissie constateert dat er na beoordeling van alle aanvragen onvoldoende budget beschikbaar is om de aanvraag te honoreren.
De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie Muziek & Muziektheater.