De Rode Loper op School
Inleiding
Stichting Kunsteducatie De Rode Loper op School (hierna: De Rode Loper op School) ontwikkelt sinds 2000 cultuureducatieve programma’s op maat voor het primair onderwijs in Amsterdam, met een focus op Amsterdam Oost. De organisatie brengt kunstenaars in de klas en gaat met kinderen naar concerten, tentoonstellingen, dans- en theatervoorstellingen. Zo wil De Rode Loper op School kinderen in aanraking brengen met kunst en cultuur vanuit het motto ‘Kunst Dichtbij’. Door kunst te koppelen aan actuele onderwerpen, leert de organisatie naar eigen zeggen kinderen zichzelf én de ander beter te begrijpen. Met behulp van kunst wil De Rode Loper op School investeren in de ontwikkeling van talenten en bijdragen aan het zelfvertrouwen van kinderen en aan kansengelijkheid. Naast deze reguliere activiteiten, waarbij de organisatie in toenemende mate inhoudelijk met scholen samenwerkt, gelooft ze ook sterk in ouder-kindactiviteiten. Zo biedt de organisatie ouder-kinduitjes aan, waarbij kinderen samen met hun ouders een museum of theater bezoeken. In 2021 heeft De Rode Loper op School de eerste Amsterdamse KinderKunstBiënnale georganiseerd en in 2023 is ze een internationale uitwisseling met Suriname gestart.
In 2025-2028 wil De Rode Loper op School jaarlijks dertig multidisciplinaire programma’s ontwikkelen, waarmee ze gemiddeld 25 scholen en 20.000 kinderen per jaar bereikt. Ook wil ze het aantal kunstdocenten dat ze jaarlijks begeleidt, uitbreiden, evenals het percentage kunstdocenten met diverse culturele achtergronden. Ze wil jaarlijks minimaal twee nieuwe pilots ontwikkelen waarbij diversiteit en inclusie centraal staan, meer aanbod rondom de discipline film ontwikkelen en meer aanbod rondom diversiteit in kinderboeken.
De Rode Loper op School organiseert sinds 2019 Keti Koti Junior en heeft voor 2025 de ambitie om in samenwerking met Noordje een gezamenlijke viering in Internationaal Theater Amsterdam te organiseren, waarbij kinderen uit Noord en Oost samenkomen. In 2025 en 2027 organiseert ze opnieuw de KinderKunstBiënnale.
De Rode Loper op School ontvangt een vierjarige subsidie 2021-2024 binnen het Kunstenplan van € 273.212 per jaar (incl. indexatie 2024).
Voor de periode 2025-2028 vraagt de organisatie bij het AFK een bijdrage van gemiddeld € 285.000 per jaar in het kader van het Kunstenplan.
Artistiek belang
De commissie beoordeelt het artistiek belang als zeer goed.
Uit het plan spreekt volgens de commissie een duidelijke artistieke signatuur. De Rode Loper op School ziet creativiteit als een essentiële competentie om nieuwe oplossingen te bedenken in een wereld die snel verandert. Ze laat kinderen op nieuwe manieren samenwerken, daagt ze creatief en cognitief uit en geeft ze de kans om hun talenten te ontdekken. Dit vindt de commissie blijk geven van een sterke artistieke en educatieve visie.
De commissie vindt dat De Rode Loper op School haar artistieke signatuur overtuigend vertaalt naar de artistieke activiteiten. Ze werkt omgevingsgericht en biedt maatwerk, waarbij ze vertrekt vanuit het kind en het belang van kunst in diens directe buurt of omgeving aantoont. De commissie vindt de activiteiten tot de verbeelding spreken, bijvoorbeeld het project ‘Een pop zoals ik’. Hierin leest schrijver Ellen Brudet voor uit haar boek ‘Bij ons thuis’, over een poppenwinkel waar de poppen fysieke uitdagingen, een hoofddoek of rood haar hebben, waarna de kinderen zelf een eigen pop ontwerpen.
Het plan past volgens de commissie bij de artistiek-inhoudelijke ervaring en ontwikkeling van de afgelopen jaren. De Rode Loper op School bouwt voort op het bieden van een waaier aan uiteenlopende activiteiten in verschillende kunstdisciplines. Ook slaat ze, net als in voorgaande jaren, bruggen naar sociaalmaatschappelijke thema’s die de commissie relevant en urgent vindt, met programma’s rondom burgerschap, cultureel erfgoed (immaterieel) en duurzaamheid. De organisatie heeft een lang track record en de commissie erkent de bewezen kwaliteit. De kunstenaars die het programma dragen, zijn in de ogen van de commissie deskundig.
De commissie vindt duidelijk en overtuigend uit het plan blijken wat De Rode Loper op School artistiek teweeg wil brengen bij de deelnemers. De organisatie wil kinderen laten kennismaken met kunst en cultuur in hun directe omgeving, om daarmee hun creatieve vermogens te stimuleren en hen uit te dagen om nieuwe perspectieven te verkennen. De commissie vindt het van betekenis dat kinderen door De Rode Loper op School nieuwe manieren van zelfexpressie ontwikkelen. Dit heeft in de ogen van de commissie zowel artistieke als maatschappelijke waarde.
De commissie verwacht dat de artistieke activiteiten aansprekend zijn voor de beoogde deelnemers, doordat de activiteiten goed worden afgestemd op de leerlingen. De Rode Loper op School betrekt de leerlingen bij de samenstelling van haar programma en stemt het af op hun wensen en behoeftes. De commissie vindt het positief dat de organisatie kunst integreert met actuele onderwerpen die leven onder de doelgroep. Ook vindt de commissie het duidelijk wat De Rode Loper op School teweeg wil brengen bij de buurt en stad. De organisatie wil kinderen meegeven dat actief burgerschap belangrijk is en dat je je stem en zorgen kunt laten horen, ook via kunst. Dit vindt de commissie van betekenis voor de deelnemers en hun directe omgeving.
De Rode Loper op School betrekt niet alleen de school, maar ook familieleden en buurtbewoners bij haar activiteiten. Zo worden tentoonstellingen met kunst van de kinderen ook buiten de schoolmuren gepresenteerd. De commissie waardeert het dat De Rode Loper op School een groter publiek in aanraking brengt met kunst en cultuur door ook te exposeren. De aandacht voor ouderbetrokkenheid en ouderkindactiviteiten vindt de commissie eveneens van grote betekenis voor de stad en de deelnemers.
Belang voor de stad
De commissie beoordeelt het belang voor de stad als voldoende.
Uit het plan spreekt volgens de commissie een duidelijke en onderbouwde visie op het bereik in de stad. De commissie vindt het beoogde bereik in Amsterdam duidelijk, maar wel in vrij algemene termen geformuleerd. Het is in de basis een brede doelgroep: het aanbod is gericht op alle kinderen in het primair onderwijs in Amsterdam, met een voornaamste focus op scholen in Amsterdam Oost. Focusdoelgroepen hierbij zijn kinderen op nieuwkomersscholen en islamitische scholen en in het speciaal onderwijs, waar volgens de organisatie een toenemende vraag naar kunstdocenten leeft. Ook richt De Rode Loper op School zich op een doelgroep van icc’ers (interne cultuurcoördinatoren), leerkrachten en pabostudenten.
De commissie vindt de activiteiten logisch aansluiten op de doelgroep. De Rode Loper op School werkt vraaggestuurd en levert veelal maatwerk aan scholen. Daardoor wordt het aanbod afgestemd op de behoeften van de kinderen en sluiten de thema’s aan op hun leefwereld. Wel mist de commissie een inhoudelijke toelichting op de keuze voor de focusdoelgroepen en op de wijze waarop De Rode Loper op School haar activiteiten op deze specifieke groepen wil laten aansluiten. De commissie is positief over de begeleiding en het trainingsaanbod dat ze aan de icc’ers, leerkrachten en pabostudenten biedt.
De commissie vindt de omvang van het bereik passend bij de activiteiten. De omvang van het totale bereik is groot en er is een lichte stijging te zien in de ambities voor de komende jaren. De focus van de organisatie ligt op stabiliteit, wat de commissie een realistisch uitgangspunt vindt. Ook de aanpak om het bereik te realiseren, vindt de commissie realistisch. De Rode Loper op School bereikt haar doelgroepen vooral door persoonlijk contact met scholen en is daarmee succesvol gebleken. Ook blijkt volgens de commissie uit het plan dat de organisatie goed is in communitybuilding. Dit geeft haar vertrouwen dat ze ook komende jaren de doelgroepen weet te bereiken.
De activiteiten dragen in de ogen van de commissie zeer beperkt bij aan de spreiding van het culturele aanbod en publieksbereik in Noord en Zuidoost. De activiteiten van De Rode Loper op School concentreren zich op Amsterdam Oost. Het bereik in Oost komt voort uit een opdracht van Stadsdeel Oost om een kunstenfestival te ontwikkelen dat bewoners en culturele instellingen in de buurt dichter bij elkaar brengt. Er is geen verdere motivatie voor deze keuze, maar het is de commissie duidelijk dat de focus op Oost organisch is gegroeid. Er is veel draagvlak voor de activiteiten in Oost, getuige de grote vraag vanuit de scholen.
Behalve in Oost voert De Rode Loper op School ook enkele activiteiten uit in andere stadsdelen, het meest daarvan in Nieuw-West. De commissie had een specificatie van deze activiteiten willen zien in het plan, of een motivatie van deze keuze en een aanpak hoe deze spreiding wordt gerealiseerd.
Diversiteit & Inclusie
De commissie beoordeelt de bijdrage aan diversiteit en inclusie als zwak.
De Rode Loper op School geeft in haar plan een duidelijke visie op diversiteit en inclusie, maar de commissie vindt deze niet overtuigend. Door kunst en cultuur als instrument te gebruiken wil De Rode Loper op School het onderlinge begrip tussen leerlingen vergroten, ongeacht culturele achtergrond, beperking of economische status. Dit vindt de commissie aansprekend. De commissie is kritisch dat in het plan islamitische kinderen in verband worden gebracht met een gebrek aan creatieve vaardigheden, kunst en cultuur. Zij vindt dit tegenstrijdig met de in het plan benoemde visie gericht op programma. De Rode Loper op School wil namelijk dat elk kind zich in de programmering kan herkennen, ongeacht culturele achtergrond, beperking of economische status. De commissie vindt het positief dat de organisatie kinderen in aanraking brengt met diverse kunstvormen, (sub)culturen, leefstijlen en verhalen. Ook de keuze voor partners toont een overtuigende visie op diversiteit en inclusie, met partijen waaronder het Nationaal Slavernijmuseum, het Wereldmuseum, NiNsee en Ancestors unKnown.
De commissie constateert dat de vaste organisatie (de bureaumedewerkers) en het bestuur op dit moment, het moment van aanvragen, nauwelijks cultureel divers is. Zij mist een reflectie hierop, evenals concrete nieuwe doelstellingen. Het ontbreken van doelstellingen en acties werd in het vorige advies ook benoemd door de commissie. Ze vindt het positief dat er in voorgaande periode een bestuurslid is aangetreden dat gespecialiseerd is in diversiteit en inclusie, maar deze expertise heeft nog niet geleid tot verbetering binnen de vaste organisatie en het bestuur.
De commissie waardeert het dat De Rode Loper op School reflecteert op het belang van rolmodellen in de klas en in voorgaande jaren in het kunstdocentenbestand meer diversiteit in culturele achtergrond, gender en leeftijd heeft gerealiseerd. De doelstelling om de komende periode te streven naar meer docenten met diverse achtergronden vindt de commissie hier logisch uit voortvloeien.
De aanpak om de doelstellingen ten aanzien van divers en inclusief aanbod, bereik en organisatie te verwezenlijken, vindt de commissie niet geheel overtuigend. De commissie vindt het niet sterk dat De Rode Loper op School diversiteit en inclusie in het aanbod belegt in twee afzonderlijke pilots. Wat de commissie betreft hoort diversiteit en inclusie altijd centraal te staan, in plaats van in een afzonderlijk project aandacht te krijgen. Wel vindt de commissie het concreet en realistisch dat De Rode Loper op School een variëteit aan kunstvormen gebruikt om een weerspiegeling te geven van waarden, houding en opvattingen van een bepaalde cultuur. Zo leert ze kinderen in het project Maasdamme Collectie via diorama’s op een beeldende manier over de geschiedenissen van de Nederlandse voormalige koloniën, waarna kinderen zelf aan de slag gaan om de sporen van het slavernijverleden in hedendaagse scènes af te beelden.
De aanpak om de diversiteit en inclusie in het bereik te vergroten, had volgens de commissie meer verdieping mogen krijgen. De Rode Loper op School bereikt vanzelf een divers publiek doordat ze actief is op scholen in een stadsdeel met een grote diversiteit aan culturen en achtergronden. Dit vindt de commissie echter een wat oppervlakkige bevinding, vooral omdat uit het plan de keuze wat betreft doelgroepen en scholen niet overtuigend wordt onderbouwd.
De commissie heeft op basis van het plan weinig vertrouwen in de aanpak om in de komende periode de diversiteit in het bestuur en de vaste organisatie te vergroten. Ze vindt dat hier te weinig inspanningen voor zijn geleverd in voorgaande jaren. Wel vindt ze de aanpak voor het vergroten van de diversiteit in het docententeam overtuigend. Hierin zijn duidelijke stappen gezet en het plan benoemt verschillende manieren van werving om de diversiteit in het docententeam verder te vergroten.
Uitvoerbaarheid
De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als voldoende.
De commissie vindt de visie op de bedrijfsvoering redelijk overtuigend. Ze vindt dat de organisatie zich als solide heeft getoond in de afgelopen periode. Uit het plan spreekt een duidelijke reflectie op de bedrijfsvoering in de afgelopen periode, waarin onder andere een verhuizing en een directiewissel plaatsvonden. Deze reflectie vertaalt zich in een duidelijke visie op de bedrijfsvoering in de periode 2025-2028. Zo vindt de commissie het positief dat De Rode Loper op School tijd en geld investeert in scholing en training. De organisatie zegt behoefte te hebben aan urenuitbreiding, met name voor de zakelijke administratie en communicatie. De Rode Loper op School toont zich bewust van risico’s, maar de beheersmaatregelen hadden beter uitgewerkt mogen worden. Met name bij het risico over uitval en de kwetsbaarheid van een kleine organisatie vindt de commissie de genoemde maatregel, dat de medewerkers van de organisatie goed voor elkaar zorgen, niet concreet en overtuigend.
De reflectie op de codes is in de ogen van de commissie helder. Wat betreft de Fair Practice Code heeft De Rode Loper op School naar eigen zeggen de afgelopen periode hard gewerkt aan een stevige arbeidsmarktpositie van haar mensen. Ze volgt de cao Cultuureducatie voor vaste medewerkers en betaalt kunstdocenten fair pay volgens de handreiking uurtarieven van het LKCA. Voorheen kregen zzp’ers een vergoeding voor een broodfonds uitgekeerd, wat de commissie positief vindt, maar inmiddels zijn vier voormalig zzp’ers in loondienst gekomen en worden hun arbeidsrechten volgens de cao Cultuureducatie gehonoreerd. Dit vindt de commissie een goede ontwikkeling. De commissie mist echter inzicht in de keuzes en ambities op het gebied van sociale veiligheid. De Governance Code Cultuur wordt gevolgd en volgens de commissie toereikend toegelicht.
De commissie vindt het plan voor de activiteiten 2025-2028 realistisch en uitvoerbaar, zowel in organisatorisch als financieel opzicht. De organisatie beschikt over een artistiek-inhoudelijk en didactisch deskundig team om de activiteiten mee uit te kunnen voeren. De omvang van de organisatie is volgens de commissie passend, evenals de ambitie om in de toekomst een parttime medewerker voor de zakelijke administratie en communicatie aan te nemen. Wel is het voor de commissie een punt van kritiek dat de zakelijke kennis binnen de organisatie nog niet weerklinkt uit de wijze waarop financiële documenten zijn aangeleverd.
De financiële situatie van de organisatie is zodanig gezond dat deze volgens de commissie een goede basis vormt om het plan te dragen. Dat is gunstig, omdat de commissie de begroting niet volledig passend vindt bij de omvang van de activiteiten. De begroting krijgt weinig toelichting waardoor de commissie beperkt inzicht heeft in hoe de kostenposten zijn opgebouwd en hoe deze zich tot specifieke activiteiten verhouden. Ze merkt op dat enkele kostenposten teruglopen zonder duidelijke toelichting, onder andere op het gebied van kantoorkosten, deskundigheidsbevordering en vrijwilligersvergoedingen. De financieringsmix is grotendeels afhankelijk van de subsidie van het AFK en van publieksinkomsten. Hoewel dit enigszins risicovol is, vindt de commissie het passend bij een organisatie in cultuureducatie als deze. En het getuigt volgens de commissie van ondernemerschap dat de publieksinkomsten komende periode harder toenemen dan de stijging van het aangevraagde AFK-bedrag. Al zijn het kleine stappen, toch is het goed dat De Rode Loper op School stappen zet in het verbreden van de financieringsmix met andere subsidie en inkomsten op onder meer trainingen op maat.
Conclusie
De commissie adviseert op grond van bovenstaande overwegingen de aanvraag van De Rode Loper op School te honoreren met het gevraagde bedrag van € 285.000 per jaar.
De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie Cultuureducatie.