De Nieuwe Cultuur Stichting
Inleiding
De Nieuwe Cultuur Stichting is de organisatie achter Subbacultcha en We Are Public: twee cultuurplatformen die makers en publiek op een nieuwe manier aan elkaar willen verbinden met cultuur-lidmaatschappen, autonome projecten en eigen programmering. De Nieuwe Cultuur Stichting neemt naar eigen zeggen een unieke positie in binnen het culturele landschap van Nederland. De stichting werkt samen met meer dan 500 makers, gezelschappen, agenten, producenten, distributeurs, podia, festivals en andere type culturele organisaties. Daarin neemt de organisatie verschillende posities in: als redactioneel platform, culturele agenda, contentmaker en lidmaatschap, maar ook als programmeur, curator en producent. De platformen Subbacultcha en We Are Public hebben naar eigen zeggen een groot publieksbereik, waarmee De Nieuwe Cultuur Stichting gericht nieuw publiek wil mobiliseren voor kunst en cultuur. De organisatie ziet zichzelf op verschillende manieren als geworteld binnen de culturele wereld en zegt daarom goed in staat te zijn om verbanden te leggen, samenwerkingen op te zetten en nieuwe projecten te initiëren.
De Nieuwe Cultuur Stichting wil een directere relatie tussen makers en publiek teweegbrengen. Daarom wil het productiehuis van We Are Public/Subbacultcha in de periode 2025-2028 zijn eigen programmering verdiepen en uitbreiden. Dit doet het door communities van verschillende makers en disciplines aan elkaar te verbinden. Maar ook door te programmeren op onverwachte locaties en door projecten op te zetten waarbij makers de regie voeren. De ambitie is om verder te bouwen aan een platform waar makers elkaar ontmoeten en inspireren, waar nieuwe samenwerkingen tot stand komen en waar een jong, divers samengesteld en nieuwsgierig publiek in aanraking komt met nieuwe kunst en cultuur. In de komende periode wil de organisatie jaarlijks minimaal 75 evenementen organiseren verspreid over Amsterdam.
De Nieuwe Cultuur Stichting ontvangt geen meerjarige subsidie binnen het Kunstenplan 2021-2024.
Voor de periode 2025-2028 vraagt de organisatie bij het AFK een bijdrage van gemiddeld € 125.000 per jaar in het kader van het Kunstenplan.
Artistiek belang
De commissie beoordeelt het artistiek belang als goed.
Uit het plan spreekt volgens de commissie een heldere artistieke signatuur. De Nieuwe Cultuur Stichting verbindt communities van makers en disciplines aan elkaar, door op onverwachte locaties te programmeren en waarbij makers de regie voeren. Zo komt de artistieke identiteit helder naar voren in de keuze voor artiesten en hun werkwijze. Jonge kunstenaars, die discipline-overstijgend werken en conventies op diverse niveaus en manieren bevragen staan hierbij centraal.
De Nieuwe Cultuur Stichting geeft een podium aan de alternatieve culturele voorhoede van Amsterdam. Met name de Loom evenementen vindt de commissie hierbij tot de verbeelding spreken. Loom bestaat uit werk van jonge geluidskunstenaars, producers, dj’s en performancekunstenaars. De locaties van Loom zijn broedplaatsen of makersplekken, zoals OT301. De evenementen krijgen aandacht via Subbacultcha en We Are Public. Op deze manier geeft De Nieuwe Cultuur Stichting nieuwe makers de mogelijkheid om te bouwen aan een eigen fanbase. De commissie vindt het waardevol dat De Nieuwe Cultuur Stichting opkomende nationale en internationale muzikanten programmeert. Het is hiermee een van de weinige organisaties in Amsterdam die ruimte biedt voor nog onbekend muziektalent om zich te ontwikkelen, presenteren en publiek op te bouwen en om gelijkgestemde kunstenaars uit andere disciplines te ontmoeten. De commissie vindt echter uit het plan niet helder naar voren komen op welke manier kunstenaars en artiesten geselecteerd worden, terwijl deze keuze wel belangrijk is voor het uiteindelijke artistieke resultaat. De beschreven werkwijze en aanpak in de aanvraag hebben de potentie om tot spannende muzikale en andere multidisciplinaire vormen te leiden. De commissie merkt wel op dat de term productiehuis verwarring oproept. De Nieuwe Cultuur Stichting opereert als producent en initieert nieuwe samenwerkingen, maar zorgt niet voor begeleiding op artistiek, zakelijk en productioneel vlak zoals een productiehuis dat doet.
Het plan oogt volgens de commissie passend bij de artistiek-inhoudelijke ervaring en ontwikkeling van de organisatie, die vooral gericht is op het produceren van eigen artistieke concepten. Het is naar mening van de commissie duidelijk wat de organisatie teweeg wil brengen bij het beoogde publiek en de beoogde deelnemers. De Nieuwe Cultuur Stichting wil het publiek in aanraking brengen met kunst die wringt, schuurt, ontroert en ontregelt omdat dit volgens de stichting van onschatbare waarde is voor de samenleving. Voor de beoogde deelnemers is dit platform van betekenis omdat ze gekoppeld worden aan andere jonge makers en nieuw publiek kunnen vinden. De commissie vindt de multidisciplinaire en verdiepende aanpak van artistieke waarde voor de deelnemers en makers. Daarbij staat verbinding centraal en ontstaat er een manier van samenwerken van artiesten die aan conventies voorbijgaat. De Nieuwe Cultuur Stichting heeft een breed netwerk, waarmee het veel nieuwe verbindingen tot stand kan brengen.
De commissie is van mening dat De Nieuwe Cultuur Stichting bijdraagt aan nieuw aanbod, op nieuwe locaties in de stad en zij vindt het positief dat het hiermee een prikkelende impuls geeft aan het culturele (nacht)leven in de stad. De artistieke activiteiten zijn, in de ogen van de commissie, aansprekend voor het beoogde publiek. De Nieuwe Cultuur Stichting zet zich in om programma’s en makers te presenteren, die naar eigen zeggen vaak getypeerd worden als ‘kwetsbaar aanbod’. De Nieuwe Cultuur Stichting kiest bewust voor broedplaatsen en underground clubs zoals OT301, Club Raum, Garage Noord, Radion en Dokzaal. De commissie ziet hierin een aansprekend aanbod voor een jong en nieuwsgierig publiek.
Belang voor de stad
De commissie beoordeelt het belang voor de stad als goed.
Voor de commissie is het duidelijk welke doelgroepen de organisatie wil bereiken. De Nieuwe Cultuur Stichting richt zich op autonome makers met een kritische blik, die de grenzen opzoeken, en wil hiermee een jonge en nieuwsgierige groep Amsterdammers bereiken tussen de 20 en 35 jaar. In het plan zijn de publieksdoelgroepen helder vertaald naar drie ijkpersonen: een kunstacademiestudent van twintig jaar, een danser/choreograaf van 25 jaar en een jonge professional van 35 jaar uit de cultuursector. De commissie vindt dat dit praktisch houvast geeft om de jonge, divers samengestelde groep te bereiken. Via Subbacultcha en We Are Public heeft De Nieuwe Cultuur Stichting een groot bereik onder de jonge doelgroep. Naast jonge mensen zijn ook vijftig-, zestig- en zeventigplussers die nieuwe kunst en cultuur willen ontdekken, lid van Subbacultcha en We Are Public. De commissie vindt het een prikkelende keuze dat de Nieuwe Cultuur Stichting zich ook richt op deze doelgroepen, omdat zij nieuwsgierig zijn naar opkomend talent en graag nieuwe locaties in de stad willen ontdekken.
Volgens de commissie sluiten de aard en de omvang van de doelgroepen logisch aan op de aard en de omvang van de activiteiten. De Nieuwe Cultuur Stichting bereikt verschillende doelgroepen die met elkaar gemeen hebben dat ze houden van avontuurlijke programmering en nieuwe plekken willen ontdekken. Dit is volgens de commissie aannemelijk door programmering de komende periode op plekken als Club Raum, Radio en OT301. De aanpak voor het bereiken en betrekken van de beoogde doelgroepen is in de ogen van de commissie realistisch en passend. Met de eigen social mediakanalen van We Are Public en Subbacultcha, de kanalen van de makers en artiesten en de kanalen van de verschillende locaties, ontstaat er een breed bereik onder de beoogde doelgroep. De commissie is van mening dat de platforms Subbacultcha en We Are Public bewezen hebben een breed publiek te kunnen bereiken in en buiten Amsterdam en ook dat geeft vertrouwen in de publieksambities.
De Nieuwe Cultuur Stichting is in alle stadsdelen actief en draagt daarmee bij aan de spreiding van het culturele aanbod en publieksbereik over de stadsdelen Nieuw-West, Noord en Zuidoost. De stichting heeft vaste partners in de stadsdelen Centrum, Oost, Zuid, West, Noord en Nieuw-West. Deze grote spreiding door de stad past volgens de commissie bij de in het plan beschreven missie en aanpak. De beschreven samenwerkingen in deze stadsdelen zijn vertrouwenwekkend en onderbouwd met voorbeelden uit het verleden, zoals de Front Row programma’s waarmee de organisatie samen met jonge makers programma’s produceert op onverwachte locaties. De commissie vindt de genoemde samenwerking met De Sloot prikkelend en passend, maar deze is nog niet definitief. Hoewel de organisatie veel verschillende locaties noemt, had de commissie een onderbouwing willen lezen in de keuze van de specifieke locaties. In de ogen van de commissie blijft dit oppervlakkig. De Nieuwe Cultuur Stichting wil activiteiten programmeren op onverwachte locaties, die verspreid zijn over de stad. De commissie verwacht dat er door samenwerkingen met bijvoorbeeld De Sloot draagvlak zal zijn, maar of er daadwerkelijk draagvlak voor de activiteiten in de buurt van de stadsdelen Noord, Zuidoost en Nieuw-West is, wordt niet helder in het plan.
Diversiteit & Inclusie
De commissie beoordeelt de bijdrage aan diversiteit en inclusie als goed.
Uit het plan spreekt in de ogen van de commissie een overtuigende visie op diversiteit en inclusie. De organisatie wil bijdragen aan een eerlijke, diverse en inclusieve culturele wereld, zowel achter de schermen, op het podium, als in het publiek. De commissie vindt het positief dat de Nieuwe Cultuur Stichting wil bijdragen aan het creëren van plekken in de stad waar verschillende communities op een open en respectvolle manier kunnen samenkomen, zonder vooroordelen, agressie en racisme. De commissie ziet deze visie ook terug in de artistieke identiteit van de organisatie. Uit de gerealiseerde en beoogde programmering, de partners en publiek spreekt volgens de commissie diversiteit in de zin van gender en seksualiteit, culturele achtergrond en leeftijd. De organisatie beschrijft doelstellingen voor de komende periode. Als het gaat om aanbod is diversiteit en inclusie een speerpunt bij de keuze voor programma’s en samenwerkingen. De commissie mist een toelichting op welke aspecten van diversiteit de stichting zich hierbij wil richten. Wat betreft bereik geeft De Nieuwe Cultuur Stichting aan dat zij de komende jaren nieuwe initiatieven, organisaties en festivals ondersteunt die diversiteit als kernwaarde met zich meedragen. Het plan geeft volgens de commissie weinig informatie over waar deze ondersteuning uit bestaat. Wat betreft de eigen organisatie kiest De Nieuwe Cultuur Stichting ervoor om het beleid aan te passen om meer diversiteit te brengen in de samenstelling van het team en de raad van toezicht.
De organisatie reflecteert in het plan op de stappen die zijn gezet op het vlak van diversiteit en inclusie in de periode 2021-2023. Zo is er een unconscious bias training geweest voor het personeel en de raad van toezicht. In de afgelopen jaren is de stichting gestart met het gebruiken van inclusief taal en beeld en werkt met een interne ‘styleguide’. Hierin staat meer informatie over hoe zij inclusiever kan schrijven en welke bronnen hierbij geraadpleegd kunnen worden. Deze ‘styleguide’ is de afgelopen periode aangepast om de aansluiting op diversiteit in beeld en tekst te behouden, wat de commissie positief vindt. In het plan worden volgens de commissie duidelijke stappen en acties benoemd ten aanzien van aanbod, bereik en de eigen organisatie. Diversiteit en meerstemmigheid hebben in de ogen van de commissie structureel een prominente plek in de programmering. De Nieuwe Cultuur Stichting werkt samen met artiesten die in hun werk maatschappelijke thema’s agenderen als queerness, identiteit, religie, racisme, klimaat en sociale ongelijkheid.
Bij Subbacultcha werken vijf creatieve twintigers met verschillende culturele achtergronden, daarmee is diversiteit binnen de eigen organisatie voorlopig gewaarborgd. De organisatie biedt workshops voor het personeel en een vervolg op de unconscious bias training om meer bewustzijn en verandering op dit vlak te creëren. De commissie vindt de uitgangssituatie en de voornemens voor training en workshops positief. Wel mist ze, ten aanzien van de organisatie, een vergelijkbare ambitie en urgentie als bij programmering, publiek en partners. De Nieuwe Cultuur Stichting bereikt naar eigen zeggen nu al een divers publiek en wil dit de komende jaren verder verbreden door te letten op diversiteit en inclusie bij het maken van online content, door in tekst en beeld een divers verhaal te vertellen. Daarnaast werkt De Nieuwe Cultuur Stichting samen met nieuwe initiatieven, organisaties en festivals die diversiteit als kernwaarde met zich meedragen zoals RRReuring bij Podium Mozaïek, Garage Noord, Kanaal 40 en International Queer & Migrant Film Festival.
De commissie is van mening dat met de bovengenoemde stappen de organisatie naar verwachting er in kan slagen om tot meer diversiteit en inclusie te komen ten aanzien van aanbod en bereik. De organisatie realiseert zich dat dit, in haar eigen woorden, geen ‘quick fix’ is en dat diversiteit en inclusie vraagt om voortdurende zelfreflectie en aanpassingen. De commissie vindt dit een belangrijk inzicht, dat in het plan meer uitwerking had mogen krijgen.
Uitvoerbaarheid
De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als voldoende.
Uit het plan spreekt volgens de commissie een duidelijke visie op de bedrijfsvoering. De Nieuwe Cultuur Stichting is naar eigen zeggen opgericht vanuit een sterke maatschappelijke missie, die zich vertaalt naar zowel de activiteiten als naar de manier waarop de organisatie wordt vormgegeven. Belangrijke pijlers zijn daarbij gelijkwaardigheid, vertrouwen en duurzaamheid. Hoewel het helder is hoe de organisatie omgaat en wil omgaan met mensen en middelen, signaleert de commissie enkele kritische punten. De Nieuwe Cultuur Stichting stelt de deelnemende artiesten een redelijke gage te bieden. Welke richtlijn of cao de organisatie voor de artiesten hanteert komt niet duidelijk in het plan naar voren. De Nieuwe Cultuur Stichting hanteert de Governance Code Cultuur. De stichting heeft het afgelopen jaar het bestuursreglement en het reglement van de raad van toezicht geüpdatet met inachtneming van de code en de Wet Bestuur en Toezicht Rechtspersonen. In de komende periode wil De Nieuwe Cultuur Stichting een gedragscode vastleggen en een protocol voor handelen bij grensoverschrijdend gedrag, om te zorg te dragen voor sociale veiligheid. De commissie waardeert dit voornemen, maar merkt op dat de gedragscode en de vertrouwenspersoon er op dit moment nog niet zijn. Een aanpak of termijn om hiertoe te komen mist de commissie in het plan, aangezien dit een basis is voor sociale veiligheid.
Het plan reflecteert helder op de bedrijfsvoering in de periode 2021-2023 en beschrijft welke keuzes de organisatie heeft moeten maken vanwege corona en tot welke projecten dit heeft geleid: In Art We Trust, Subbacultcha Collectibles, Museum voor Niet-Essentiële Kunst, Culture Care en Come Subba with Us. De commissie vindt dat de organisatie zich na corona goed herpakt heeft met het opnieuw organiseren van onder andere Subbacultcha concerten en de start van het Loom programma. De commissie vindt dat de organisatie hiermee veerkracht heeft getoond. Een ander punt dat de stichting aanhaalt is de (financiële) investering die zij heeft gedaan in een nieuw en verbeterd online platform, wat volgens hen bijdraagt aan efficiënter werken. De commissie vindt de terugblik voldoende beeld geven van de bedrijfsvoering van de afgelopen jaren. Echter mist de commissie in het plan een duidelijke risicoanalyse.
De commissie vindt het plan in organisatorisch en financieel opzicht niet op alle facetten realistisch en uitvoerbaar. Zo vindt de commissie de verdubbeling van het aantal activiteiten en een verdriedubbeling van het aantal bezoekers ambitieus in relatie tot het ontwikkelen van nieuwe programmas’en producties. De commissie is mede hierom niet overtuigd van de haalbaarheid van het plan. Een toelichting op de eventuele gevolgen van de toename van activiteiten voor de organisatie, leest de commissie niet terug. De Nieuwe Cultuur Stichting heeft een passende financieringsmix met verschillende bronnen van inkomsten. Naast de beoogde bijdrage van het AFK zijn er eigen inkomsten uit de lidmaatschappen, private middelen, publieksinkomsten en private fondsen. De commissie vindt dat dit bijdraagt aan het spreiden van financiële risico’s. De begroting en toelichting op de begroting bevatten op enkele vlakken onduidelijkheid. Zo zijn de bedragen opgenomen in totalen en niet uitgesplitst per activiteit. Hierdoor krijgt de commissie geen duidelijk beeld van de activiteitenlasten en bijvoorbeeld ook niet van de gages die artiesten ontvangen en of dit in het kader van fair pay passend is. De commissie merkt bovendien op dat de coproducties die beschreven worden in de aanvraag niet in de begroting en de toelichting worden genoemd. De commissie vindt daarom niet helder in hoeverre de begroting en het dekkingsplan passen bij de beoogde activiteiten. Desondanks acht de commissie het op basis van de financiële resultaten in het verleden en de huidige financiële huishouding die op orde is, voldoende aannemelijk dat het vierjarige plan gedragen kan worden.
Conclusie
De commissie adviseert op grond van bovenstaande overwegingen de aanvraag van De Nieuwe Cultuur Stichting te honoreren met het gevraagde bedrag van € 125.000 per jaar.
De commissie constateert dat er na beoordeling van alle aanvragen onvoldoende budget beschikbaar is om de aanvraag te honoreren.
De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie Muziek & Muziektheater. Daarbij heeft de commissie gebruik gemaakt van een co-advies van de Adviescommissie Theater.